Menu
Stressfactoren

Waarom je het fight-or-flight mechanisme wil begrijpen

wilde beer in natuur

Ik ga eerlijk zijn. Als ik een aantal jaren geleden een boek aan het lezen was en ik kwam het woord sabeltandtijger tegen, dan rolde ik met mijn ogen. Lekker makkelijk, een boek schrijven als je iedereen imiteert met je tijgerverhaal. In bijna elk boek over stress, burn-out of mindfulness kom je het wel een keer tegen. En ja, soms is de tijger ingeruild voor een leeuw of een beer. Maar… inmiddels ben ik het verhaal gaan waarderen. Sterker nog, ik denk dat het fight-or-flight systeem één van de belangrijkste onderwerpen is voor het begrijpen van een burn-out. Ken je het verhaal nog niet, of wil je weten waarom ik het toch ben gaan waarderen? Lees dan verder!

Er waren eens… een sabeltandtijger, een leeuw en een beer

Vroeger, heel lang geleden, in een land hier ver vandaan, leefde er een groep mensen die we de neanderthalers noemen. Deze mensen woonden in grotten of hutjes, en leefden van de jacht op dieren. Natuur en mens waren nog niet zo gescheiden van elkaar als dat ze nu zijn. Dat betekent dat de mens leefde op een plek waar ook het leefgebied was van de sabeltandtijger, de leeuw, of de beer. En dat kon weleens voor problemen zorgen voor de mens. Want die dieren waren zeker niet tam, en konden je met groot gemak een kopje kleiner maken.

Was de mens altijd volledig kansloos als het oog in oog stond met een brullend wild dier? Niet persé. Want de natuur had ervoor gezorgd dat de mens wel degelijk wat tools ter beschikking had voor dit soort levensbedreigende situaties. En deze tools vielen onder de welbekende fight-or-flight response (vecht-of-vluchtreactie).

Kwam je in de oertijd één keer per maand een tijger tegen, in je huidige leven ziet je brein de hele dag beren op de weg.

Het fight-or-flight mechanisme

Het fight-or-flight mechanisme werkt als volgt. Bevind je je als mens in een situatie waarin een dier je zou kunnen gaan doden, dan heb je drie tools tot je beschikking om deze situatie te overleven. De eerste twee zijn vechten (en als sterkste uit de strijd proberen te komen) of vluchten (maken dat je wegkomt), oftewel fight-or-flight. De derde tool is bevriezen (freeze) en komt erop neer dat je niet meer in staat bent om te bewegen of om actie te ondernemen.

Het lijkt nu alsof de mens in een dreigende situatie eens even goed ging staan nadenken wat de juiste strategie was om levend uit deze situatie te komen, maar daar was natuurlijk geen tijd voor. Het hele idee van het flight-or-flight systeem is dat dit helemaal automatisch wordt geactiveerd in je lichaam, zodat er geen kostbare tijd verloren gaat. Om te vechten, vluchten of bevriezen heb je plotseling veel kracht nodig en moet je super alert zijn. Het fight-or-flight systeem zorgt hier automatisch voor op het moment dat je in gevaar bent. Dit doet het met behulp van hormonen en neurotransmitters.

Hormonen en neurotransmitters

Zowel hormonen als neurotransmitters zijn signaalstoffen die bepaalde delen van je lichaam aanzetten tot actie, of juist een proces afremmen. Het belangrijkste verschil tussen deze twee signaalstoffen is dat hormonen aan het juiste orgaan worden doorgegeven via het bloed, terwijl neurotransmitters worden doorgegeven via zenuwcellen. Er zijn vier hormonen/neurotransmitters die een hoofdrol spelen wanneer het flight-or-flight mechanisme in werking treedt:

  • Adrenaline
  • Cortisol
  • Noradrenaline
  • Endorfine

Adrenaline

Adrenaline zorgt ervoor dat je in heel korte tijd heel veel inspanning kan leveren om te vechten of te vluchten. Je hartslag en ademhaling gaan omhoog, waardoor extra energie en zuurstof in je bloed sneller naar de juiste plekken in je lichaam gaat. Er komt extra glucose (energie) vrij voor je spieren en hersenen, terwijl de opslag van energie wordt geremd. Bloedvaten naar specifieke lichaamsdelen vernauwen zich, omdat de werking van deze lichaamsdelen bij gevaar even geen prioriteit hebben. Andere bloedvaten worden wijder, om juist een betere werking te stimuleren. Je bloedstolling wordt gestimuleerd, zodat je minder snel doodbloedt. Je gaat meer zweten, ter afkoeling van je lichaam. Ook vergroten de pupillen voor beter zicht, verbetert je geheugen, ben je meer alert en verandert je gevoel voor tijd (alles lijkt in slow motion te verlopen). Verder remt adrenaline de processen in je lichaam die verantwoordelijk zijn voor herstel en opbouw. Denk hierbij aan spijsvertering, voortplanting en het immuunsysteem.

Cortisol

Waar adrenaline je lichaam in heel korte tijd in staat stelt een uitzonderlijke prestatie te leveren, zorgt cortisol ervoor dat je die inspanning langere tijd vol kan houden. Het zorgt ervoor dat je lange tijd onder stress kunt presteren, waardoor cortisol ook wel bekend staat als het ‘stresshormoon’. Waar adrenaline zorgt voor een flinke energiestoot, zorgt cortisol ervoor dat deze energie weer wordt gecompenseerd.

Noradrenaline

Noradrenaline lijkt erg op adrenaline en zorgt ervoor dat je super alert bent en kunt focussen op het probleem waar je mee te maken krijgt. Het maakt dat je helder kunt nadenken en de juiste handeling in gang zet.

Endorfine

Endorfine is een neurotransmitter die zorgt voor een natuurlijke pijnstilling en kalmering van het lichaam. Het komt erop neer dat endorfine pijn en stress kan onderdrukken, zodat je de stresssituatie langer de baas kunt blijven. Op het moment dat het gevaar geweken is ervaar je een geluksgevoel of ‘high’, de opluchting dat je de situatie hebt overleefd.

Het fight-or-flight mechanisme: toen en nu

Het fight-or-flight mechanisme zit zo geweldig in elkaar dat je zou denken dat hier niets negatiefs over te zeggen valt. Het punt is alleen dat dit systeem niet alleen bij de neanderthalers in werking trad, maar nog steeds in de mens aanwezig is. Niks aan de hand zou je zeggen, als ik nu voor een beer kom te staan wil ik graag overleven. MAAR. Er is een heel klein probleempje. En dit hele kleine probleempje is een hele belangrijke om te onthouden. De mens is razendsnel van een jager op de toendra naar het moderne leven van nu gekatapulteerd. Maar de evolutie – de aanpassing van de mens aan deze nieuwe omstandigheden – loopt hopeloos achter de feiten aan. Het fight-or-flight systeem werkt nog min of meer hetzelfde. Maar jouw prehistorische brein beoordeelt een noodsituatie nog steeds op basis van hoe je zou leven in de prehistorie.

Beren op de weg

Komt er nu een grommende beer op je af, dan vecht, vlucht of bevries je. Top, want dat is de bedoeling toch? Klopt. Komt er nu een auto met gierende banden op je af, dan spring je hopelijk zonder nadenken opzij. Nog steeds relevant, dus goed. Maar vooral op sociaal gebied is er heel veel veranderd. Werd je vroeger uitgesloten van de groep, dan was het lastig om in je eentje te overleven. Een levensbedreigende situatie dus waar je fight-or-flight mechanisme wel raad mee wist. Maar krijg jij nu bijvoorbeeld kritiek, ben je bang dat een ander iets van je vindt of haal je een deadline niet (interessant woord, deadline), denkt je brein dat je uitgesloten gaat worden van de groep. En gaat je fight-or-flight systeem op volle toeren draaien.

Dat fight-or-flight systeem wordt tegenwoordig dus niet meer alleen geactiveerd op het moment dat je daadwerkelijk de dood in de ogen kijkt. Het wordt ook geactiveerd op allerlei andere momenten waarop je brein denkt dat je je in een levensbedreigende situatie bevindt, terwijl dat in deze moderne tijd helemaal niet meer zo is. Met andere woorden, kwam je in de oertijd een keer per maand een tijger tegen, in je huidige leven ziet je brein de hele dag beren op de weg (pun intended).

Fight-or-flight versus herstel

En hoe geweldig het fight-or-flight mechanisme ook is, het is nooit bedoeld om de hele dag geactiveerd te zijn. Het is bedoeld om een acute levensbedreigende situatie te overleven, waarbij je lichaam alles op alles stelt om dit voor elkaar te krijgen. Daarna is het echt nodig om al je lichaamsprocessen weer in balans te krijgen en te herstellen van de inspanning. Wanneer je stresssysteem de hele dag wordt geactiveerd en je stresshormonen dus ook continu aan het werk zijn, kan je lichaam niet voldoende herstellen. Bepaalde lichaamsfuncties worden langdurig geremd, terwijl andere lichaamsfuncties continu ‘aan’ staan. Dit zorgt op termijn voor verstoringen in allerlei lichaamsfuncties en uitputting van het lichaam. Op lange termijn kan dit leiden tot ziekte of burn-out.

Wil je meer informatie over het ontstaan van een burn-out? Lees dan ‘Burn-out: wat is het en hoe ontstaat het?‘.